Foto: Landschapsarchitectenbureau Feddes/Olthof
Zonnepanelen langs de snelweg mogen geen nadelige gevolgen hebben voor de verkeersveiligheid. Veiligheid is een must. Hoe kunnen bermen veilig worden ingericht met zonnepanelen en kan voorkomen worden dat weggebruikers hinder ervaren van zonreflectie?
Ook voor zonnepanelen op of in de buurt van water, bijvoorbeeld op vaarwegen, bij sluizen of waterkeringen moeten veiligheidsaspecten goed geborgd zijn. Op het water draait het om veiligheid voor de scheepvaart, maar ook om het veilig kunnen zwemmen of vissen door recreanten. Wat vraagt dit van het ontwerp voor zonneparken op water?
Lessen leerthema Veiligheid
In het pilotprogramma is in samenwerking met kennisinstellingen veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van kennis over het veilig plaatsen van zonnepanelen langs snel- en vaarwegen. Daarnaast is er geleerd door te doen en te experimenteren in de pilotprojecten. De belangrijkste kennis en lessen zijn hieronder weergegeven.
Kennis en lessen veiligheid: zonnepanelen langs de snelweg
Om bermen veilig in te kunnen richten met zonnepanelen is het cruciaal om te voldoen aan de (algemene) richtlijnen van Rijkswaterstaat voor het ontwerp van snelwegen en een veilige inrichting van bermen. In deze richtlijnen is bijvoorbeeld opgenomen dat er, afhankelijk van de maximumsnelheid op een weg, een obstakelvrije zone moet zijn die 4.5 tot 13 meter breed is. Als er een geleiderail staat of geplaatst wordt, gelden andere of aanvullende voorwaarden.
Obstakelvrije bermUit modellering van 50.000 situaties blijkt dat zonnepanelen langs de snelweg in 65% van de situaties géén hinder door reflectie voor weggebruikers opleveren. In 87% van de gevallen gaat het om minder dan 5 uur hinder per jaar. Het risico op eventuele reflectie hangt af van de projectlocatie(s) en diverse andere factoren, zoals de afstand tussen de zonnepanelen en de weggebruiker. Door hier rekening mee te houden in het ontwerp en zo nodig aanvullende maatregelen te nemen wordt de verkeersveiligheid in de praktijk geborgd. De prestaties van zonnepanelen verbeteren in rap tempo. Nieuwere generaties panelen reflecteren vaak nog minder.
Voor de preventie van brand worden technische randvoorwaarden ontwikkeld, zoals de toepassing van vlamdovende bekabeling. Daarnaast is het voor brandpreventie nodig dat een onafhankelijke inspecteur metingen verricht voorafgaand aan de opening van een zonnepark.
Het borgen van veiligheid bij zonnepanelen langs de snelweg is maatwerk. Het projectteam stelt voor elk project afzonderlijk technische randvoorwaarden op voor het borgen van verkeersveiligheid. Deze bestaan uit een combinatie van algemene randvoorwaarden én locatie specifieke eisen.
In alle fasen van het project is het belangrijk om aandacht te besteden aan verkeersveiligheid. In de verkenningsfase geeft het projectteam bijvoorbeeld aanbevelingen mee voor een veilig ontwerp van het zonnepark. In de planfase rond het projectteam de technische randvoorwaarden af, waaraan bij de realisatie van het park moet worden voldaan.
Foto: Sabel
Kennis en lessen veiligheid: zonnepanelen op water
De conclusies van onderzoek naar zwemveiligheid voor de pilotprojecten Kreekrak- en Krammersluizen zijn dat de zwemveiligheid in de buurt van zonneparken op water geborgd kan worden door onder andere:
Een veilig ontwerp en regelmatige controle van de veiligheid van het systeem na aanleg. Een veilig ontwerp bevat onder andere een aardplan, waarmee voorkomen wordt dat mensen blootgesteld worden aan elektriciteit.
Een minimale afstand van 40 meter aan te houden tussen het drijvende zonnepark en het zwemgedeelte. De waterbeheerder draagt zorg voor de waarschuwingsborden en een boeienlijn, die aangeven waar mensen veilig kunnen zwemmen.
Zonneparken op of in de buurt van waterwegen kunnen het functioneren van navigatie- en communicatiesystemen beïnvloeden. Het gaat bijvoorbeeld om het functioneren van marifonie, automatische identificatiesystemen (AIS), het C2000 netwerk (landelijk communicatiesysteem voor hulpverleningsdiensten ) en/of radarsystemen. In het zonnepark toegepaste (micro-)omvormers en optimizers, of onjuist aangelegde bekabeling, kunnen verstoringen geven. Om dit te voorkomen stelt het projectteam eisen aan het ontwerp en de aanleg van het zonnepark, en aan de afstand tussen het park en de hierboven genoemde communicatiesystemen. Voor de pilotprojecten Zon op De Slufter en Kreekraksluizen is berekend dat afstanden van 100 meter tussen het zonnepark en scheepvaartverkeer en 500 meter tussen het zonnepark en de zendmast van het C2000 netwerk voldoende zijn om verstoring te voorkomen, veilig zijn. Voor radarsystemen is er op dit moment geen indicatie dat er verstoring kan optreden.